Nathalie (47) woont al bijna heel haar leven in het Brusselse. Opgegroeid in Anderlecht, is dit een wijk die haar nauw aan het hart ligt. Ze vindt het dan ook een jammere zaak dat door de buitenstaander Brussel vaak wordt bekeken als een “gevaarlijke” plaats. Het is natuurlijk ook het beeld dat de media schept van onze stad. Diegene die leven of werken in Brussel weten dat de realiteit genuanceerder is.
Zelf draagt ze ook haar steentje bij aan een positieve beeldvorming van haar Brussel. Dit via haar werk bij COOP-ontdekkingscentrum, aan het kanaal in Anderlecht. Bij COOP trachten ze de wat vergeten wijken rond het kanaal nieuw leven in te blazen. Door middel van workshops die vervlochten zijn met de geschiedenis van de wijk, proberen ze de mensen enthousiast te maken voor deze buurt.
Vandaag de dag woont ze met haar gezin aan het Colignonplein in Schaarbeek. Deze buurt is een hutsepot aan verscheidene culturen uit alle uithoeken van de wereld met allen één gemeenschappelijke tuin, het Josaphatpark. Wonend in de stad is het hebben van een tuin geen vanzelfsprekendheid. Gelukkig woont Nathalie met haar kroost op een steenworp van dit prachtige lapje groen. De diversiteit die de buurt met zich meebrengt ervaart Nathalie zelf nooit als een moeilijkheid.
Brussel is echter ook niet perfect en heeft zoals alle steden haar gebreken. Met name het verkeer is een doorn in haar oog. De agressiviteit van vele autobestuurders gecombineerd met de gebrekkige infrastructuur en constante werken zorgen ervoor dat Brussel niet de meest aangename plek is om in rond te fietsen. Dit zorgt er ook voor dat Nathalie haar kinderen niet naar school laat fietsen. Op dat vlak kunnen we volgens Nathalie veel bijleren van een stad als Amsterdam, waar fietsers genoeg ruimte hebben en er veel minder auto’s door het centrum rijden.
Johan De Bruycker